3 juli 2025

Donderdag 3 juli 2025

Vandaag is het tijd voor een nieuwe controle bij de cardioloog. Ik ben een beetje zenuwachtig. De laatste tijd ben ik vermoeider. Mijn energiepot is eerder leeg dan een paar maanden terug, dat is de beste manier om het uit te leggen denk ik. Daarbij merk ik dat mijn ‘kuchje’ weer steeds meer aanwezig is. Vooral als ik in bed horizontaal ga liggen. Het bekende hartfalen kuchje.

Vorig jaar was mijn hartfunctie plotseling in kort tempo verslechterd en zou ik in aanmerking komen voor een bepaald soort pacemaker. Maar voor het zover was wilde de dokter eerst andere hartmedicatie gaan proberen. Zogezegd, zo gedaan. Langzaam bouwde we de doseringen op en dat ging goed! Ik voelde me wat beter en we zagen ook dat de pompkracht van mijn hart weer wat toenam. De bloedwaardes mbt het hart verbeterde wat, dus we zaten op de goede weg? Toch heb ik nu een ander gevoel in mijn lichaam. Ik voel het aan mijn hart en merk het aan mijn lichaam.

Het is druk op de afdeling en ik zie de cardioloog met haast heen en weer lopen. Afwezig zoek ik wat afleiding op social media en scroll doelloos op mijn telefoon. ‘Mevrouw Regeer, u bent aan de beurt.’ Ik zet mijn stalen masker op en glimlach beleefd naar de assistente. Ik recht mijn rug en loop met opgeheven hoofd en een kleine glimlach om mijn lippen achter haar aan. Een kort moment schiet de kleine Lysette door mijn hoofd, klein en kwetsbaar, onzeker en verdrietig door kanker die haar leven binnenkwam. Uiterlijk lijk ik op dit moment in niets meer op haar. Ik heb geleerd te bluffen, ik heb geleerd mezelf af te schermen, ik heb geleerd om een ijzeren gordijn op te trekken. Hoe de uitslag vandaag ook zal zijn…it is what it is…

Eenmaal in de spreekkamer zit de vriendelijke arts tegenover me en ze vertelt meteen kort en bondig hoe de stand van zaken is. Ze geeft me duidelijk antwoord op mijn vragen en ze weet precies wat ze aan het doen is. Ze laat af en toe haar menselijke kan zien en ze geeft me het gevoel dat ik gezien word. Iets wat voor mij o zo belangrijk is. Het vertedert me bijna een beetje. Ze is jonger dan ik ben maar wat doet ze het goed! Ik voel me veilig bij haar. Deze arts is zo anders dan zoveel andere artsen die ik tegenover me heb gehad.

De artsen die me niet zagen, over mijn hoofd heen praatte, niet luisterde naar mijn klachten, me negeerde. Mijn klachten wegschoven met de woorden ‘het zit tussen je oren’. Maar achteraf bleek het niet tussen mijn oren te zitten…. Toen ik de juiste artsen en onderzoeken kreeg was alles (en zelfs meer) aantoonbaar. En het bleek serieuzer te zijn dan een ieder verwacht had. Mijn bloed liet duidelijk zien wat er speelde. De echo’s lieten geen twijfel mogelijk en de neurologische onderzoeken spraken boekdelen. Deze onderzoeken waren nooit eerder gedaan omdat het immers 'tussen mijn oren' zat. Maar hartfalen, nierfalen, autonome dysfunctie agv de jarenlange electrolytstoornissen, zijn serieuze fysieke problemen.

En weet je? Al die artsen die me negeerde, me niet serieus namen, me wegduwde, en me niet hoorde creëerde juíst iets tussen mijn oren. Er ontstond door mijn verleden een trauma  (PTSS) waarin oa deze artsen een grote hoofdrol spelen. En dat trekt zich door in mijn heden. Ik wil door niemand meer genegeerd worden, ik wil serieus genomen worden, ik wil graag mijn stem laten horen, ik wil gezien worden. Voor de PTSS draag ik mijn verantwoordelijkheid en dus ga ik deze week naar een medisch psycholoog. Het is bizar dat een trauma dat 39 jaar geleden gecreëerd is soms nog zo ontzettend in de weg kan zitten. Het is als een golf. Soms is het erg aanwezig en heb ik er last van. Soms duikt het onder water en lijkt het (voor even) wat rustiger. Maar áltijd blijft het terugkomen.

‘Ik zou willen dat we meer konden doen maar voor nu kan dat even niet. Mijn doel is om je zo lang mogelijk uit het ziekenhuis te houden.’ Ik knik begrijpend naar haar en sta op. ‘Zal ik over 1.5 mnd weer een keer bloed laten prikken om te kijken of de waarde van het hart nog steeds blijft stijgen?’ Ze knikt instemmend en zegt ‘goed idee’. Als ik de spreekkamer uit loop voel ik een knoop in mijn buik en mijn keel trekt samen. De uitslag was niet zoals ik hoopte. De bloedwaardes mbt mijn hart zijn weer flink aan het stijgen. Er zijn ritmestoornissen vanuit mijn hartkamers en er zijn gekke dingen te zien op de hartmonitor die afgelopen oktober geïmplanteerd is. Toch mag ik nog geen pacemaker die deze problemen een stuk beter zou kunnen maken. Daarvoor val ik nog nét niet binnen het protocol. En dus moet ik wachten…mijn hart nog net wat meer laten verslechteren tot ik wél binnen het protocol val.

Eigenlijk bizar dat het zo werkt. Ergens snap ik het wel, geldkwestie. Maar weet je, het is zoals het is. Boos worden heeft geen zin in deze. Verdrietig zijn ook niet. En dus slik ik een keer, verbijt mijn tranen en loop met mijn schouders weer naar achteren het ziekenhuis uit. De zon schijnt, ik zet een glimlach op en loop naar mijn auto. Op naar huis. Ik haal diep adem en kijk om me heen. De lucht is blauw, en ik zie in de verte een konijn op een grasveld wegschieten. Ik zet de muziek wat harder en besef me wederom, ik leef nu! Morgen zien we wel weer verder. En bij het eerste groene stoplicht geef ik net wat meer gas dan nodig is.

 

 

 

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.