1992
‘Wél! Ik kan best in een gewone lesauto rijden.’ We zitten met zijn drieën aan tafel om het avondeten te nuttigen. Er is een verhitte discussie ontstaan toen ik begon over autorijlessen. Vrienden en vriendinnen zijn al begonnen, maar ik merk dat het onderwerp ‘autorijden’ een beetje beladen lijkt in ons gezin. Mama probeert papa te sussen. Hij zit met een verhit hoofd aan tafel als ik vol blijf houden dat ik niet in een aangepaste auto wil rijden. ‘Ik wil normaal zijn, net als alle andere.’ Papa legt me nog eens luid uit waarom ik les moet krijgen in een automaat en een gaspedaal aan de linkerkant. Morrend zit ik een beetje met mijn eten te spelen. ‘En tóch ga ik dat niét doen’, zeg ik nadat hij uitgesproken is. Hij slaat zijn vuist op tafel en de pannen en borden vliegen van de tafel. Ik schrik.

Hij staat boos op en verdwijnt naar de woonkamer. Mijn moeder loopt meteen met hem mee. Verslagen zit ik aan tafel. Ik snap er helemaal niks van. Papa zegt altijd, ‘je kán het! Je bent net als ieder ander, je kunt precies hetzelfde als een ander kind.’ Daar ben ik naar gaan leven en ik streef voor mijn gevoel altijd naar iets dat nét buiten mijn kunnen ligt. Want sommige dingen lukken nu eenmaal met 1 been minder goed dan met twee benen. Toch wil ik daar niet aan toegeven. Papa zegt immers dat ik alles net zo goed kan als een ander…
Ik wrijf in mijn ogen en voel tranen opkomen. Waarom is hij nu boos omdat ik zeg dat ik in een gewone auto wil lessen? Het brengt me in verwarring want nu doet hij ineens alsof ik tóch anders ben dan andere...? Waar hoor ik nou bij? Bij de zieke mensen? Bij de mindervalide? Of toch de ‘gewone’ mensen? Mijn ogen prikken en ik voel een zware vermoeidheid over me neerdalen. Het is pas 18 uur en ik kán niet meer. Zo moe. Mijn hand gaat automatisch naar de bult in mijn nek. De bobbel is minder geworden. In het ziekenhuis hebben ze een punctie gedaan, maar er kwam geen kanker uit. Gelukkig…
Morgen heb ik een proefwerk biologie, maar mijn hoofd staat nergens meer naar. De wereld om me heen vind ik zo verwarrend sinds ik ziek geweest ben. Als ik in het ziekenhuis ben word ik behandeld als een patiënt en zeggen ze dat de vermoeidheid hoort bij de behandeling van kanker destijds én dat dat normaal is. Maar als ik op school ben dan wordt er 100% ‘normaal, gezond gedrag’ van me verwacht. Ik moet gewoon meedraaien. Zelfs met de gymlessen. Alles volle bak. Mama komt de keuken binnen en geeft me nog eens een standje. ‘Waarom doe je toch altijd zo moeilijk, en anders dan andere…?’ Met grote ogen kijk ik haar aan. Ik weet het oprecht niet en wil het liefst een potje huilen. Maar ik doe het niet. Ik kijk brutaal terug, wat me niet in dank wordt afgenomen. Ik bén ook anders dan andere, ik ken immers niemand die kanker kreeg op kinderleeftijd. Sinds ik kanker kreeg ben ik veranderd. En hoe goed ik mijn best ook doe om die periode te vergeten, of om normaal te doen, het lukt me niet. Vaak doe ik boos, maar eigenlijk ben ik gewoon verdrietig. Ik ben de weg kwijtgeraakt toen ik 12 was. En het laatste jaar lijkt het steeds vaker of ik de weg kwijt ben.
Ik schuif mijn stoel naar achteren en duw mijn half leeggegeten bord van me weg. Mijn biologie boeken wachten op me. Snel loop ik door de woonkamer naar de gang, zodat papa me niet ziet. Ik loop voetje voor voetje de trap op. Mijn prothese laat het niet toe om normaal de trap op te lopen. Eenmaal op mijn kamer zak ik op bed. Zo moe. Ik kijk van mijn prothese naar de boeken op mijn bureau. Het zijn twee compleet verschillende werelden. Mijn oogleden trillen en ik voel een lichte kramp in mijn vingers. Rond mijn mond voel ik tintelingen. ‘Niet mauwen’, zeg ik zacht tegen mezelf. ‘Je bent immers net als ieder ander.’ Nadrukkelijk herhaal ik de woorden van mijn vader in mijn hoofd. Ik wil niet lui zijn. Met een zucht hijs ik zelf omhoog en ga achter mijn bureau zitten om te leren voor het proefwerk van morgen. Net als elk ander kind. Het voelt als een toneelstuk dat ik 24/7 op moet voeren.
Note uit 2025 : Het onderwerp ‘autorijden’ werd de komende twee jaar niet meer besproken.
Reactie plaatsen
Reacties